U bent in [ Home / Historie / Scheepswerf ]
Geschiedenis Scheepswerf J. Otto & Zonen

Geschiedenis Scheepswerf J. Otto & Zonen - deel 1
Geschiedenis Scheepswerf J. Otto & Zonen - deel 2
(Geschreven naar een verhaal van Jan de Jong).
Gemeente koopt scheepswerf Van Duijvendijk (externe link)



Geschiedenis Scheepswerf J. Otto & Zonen - deel 1

(Uit de nieuwbrief van oktober 1998, Zie )

De geschiedenis van Dirk is belangrijk voor het bestuur van de stichting. Deze geschiedenis bepaalt namelijk in grote mate de manier waarop de renovatieplannen van Dirk worden uitgevoerd. Dit artikel is een eerste van een reeks artikelen waarin Dirk als het ware wordt teruggeplaatst in de tijd.

We weten dat Dirk is gebouwd door de firma A.J. Otto en Zonen te Krimpen a/d IJssel. Hoe zit het nu met de firma A.J. Otto & Zonen ? waar ligt Krimpen a/d IJssel ? Dit artikel gaat in op de eerste vraag en werpt een historische blik op de geschiedenis van deze firma.

In 1826 koopt Jan Otto (1792-1872) de werf van de weduwe Wilhelmina Munts-Rutte. De vorige eigenaar bleef in gebreke bij het voldoen van de hypotheek voor de werf. Uit het verslag van de Regbank van Eersten Aanleg te Rotterdam valt hierover onder andere het volgende het lezen: 'Dat hij gedaagde bij vonnisse zal worden gecondemneerd te voldoen 1e een somma van drie honderd twee en veertig guldens zeventig cents, perresto wegens vier jaren interessen van eenen rentebrief '

Jan Otto bouwt in eerste instantie houten zeilschepen voor de reis op oa. Indie. Rond 1860 gaat het echter slechter in de scheepsbouw. Dit blijkt uit een passage van het gedenkboek van de werf van Van der Giessen: "De toestand der twee werven, ingesteld op den bouw van schepen voor de buitenlandsche scheepvaart, die van Jan Otto & Zoon en van Cornelis van der Giessen, was hoogst ongunstig en die voor de binnenlandsche tamelijk goed". Beide werven zijn inmiddels gelieerd aan gezien een dochter van Jan Otto "het doet" met deze Cornelis van der Giessen.

Vanaf 1860 worden naast zeeschepen ook schepen voor de binnenvaart gebouwd. Ook wordt overgeschakeld van hout- op ijzerbouw. Jan Otto wordt opgevolgd door zijn zoon Adrianus Jacobus (1833-1908), wiens zonen Jan en Adrianus Jacobus jr. later ook in de firma worden opgenomen. De daarmee gepaarde naamsovergang van de werf van J. Otto & Zoon naar A.J. Otto & Zonen zorgt in eerste instantie bij het bestuur van Stichting Dirk voor de nodige verwarring.

In 1892 wordt Dirk gebouwd. Helaas zijn de archieven van de werf verloren gegaan. We zijn er (nog) niet in geslaagd informatie over de eerste eigenaar van Dirk te achterhalen (wat wel bekend is dat Dirk in eerste instantie Elisabeth heette)

De firma floreert en begin 1901 wordt het bedrijf gemoderniseerd en uitgebreid. De hoofdingenieur van Waterstaat schrijft in april 1901 het volgende aan de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland: " De firma A. J. Otto en Zonen te Krimpen a/d IJssel wenscht haar scheepswerf buitendijks aldaar gelegen te vergrooten en in verband daarmede een smederij te verplaatsen"

Deze ambtelijke taal wordt overleefd, echter begin 1910 komt de werf echter in moeilijkheden en kan het hoofd niet meer boven water houden. De firma A.J. Otto en Zonen wordt opgeheven. Het terrein ligt enige jaren braak. In 1940 komt het terrein in bezit van de firma Joh. Van Duijvendijk B.V. Deze firma is nog steeds op dit terrein gevestigd.


Plattegrond werf begin deze eeuw:


119e eeuwse schuur
219e eeuwse houten loods
3Oude smederij, kort na 1901 gesloopt
4Oude dwarshelling
5Oud schuurtje, kort na 1901 gesloopt
6Nieuwe smederij
7Nieuwe dwarshelling
8Nieuwe kade
9Gemaal
10Kortlandse sluis


Geschiedenis Scheepswerf J. Otto & Zonen - deel 2

(Uit de nieuwbrief van maart 1999, Zie

In de vorige nieuwsbrief is de historie van de scheepswerf J. Otto en Zonen beschreven; de werf waar Dirk gebouwd is. Dit artikel gaat nader in op de voorgeschiedenis van deze werf In 1826 koopt J. Otto de werf van de weduwe J. Munts-Rutte. Deze weduwe heeft beslag laten leggen op de werf van Maarten de Jongh, scheepsmaker te Krimpen aan de IJssel. Maarten was niet in staat de hypotheek te voldoen die door weduwe J. Munts aan hem was verstrekt. Op 9 oktober 1826 doet de Regtbank van Eersten Aanleg de uitspraak dat Maarten zijn schulden op korte termijn moet voldoen. Op 11 november van dat jaar wordt uiteindelijk beslag gelegd op zijn werf om "verkocht te worden en toegeschat te worden bij geregtelijke uitwinning ".

Het is bekend dat Maarten nog enige tijd op het terrein van de werf heeft gewoond In een notariële akte is terug te vinden dat het al langere tijd niet goed ging met de werf van Maarten de Jongh. Op 18 september 1822 komen Maarten en weduwe Munts overeen dat het rentepercentage op de hypotheek, groot 1850 gulden, verlaagd wordt van 6 naar 5 procent. Deze notariële akte geeft ook de volgende plaatsbepaling van de werf "een scheepstimmerwerff, schuur, huizinge en verdere toebehooren, staande en gelegen onder de Gemeente van Krimpen aan den IJssel in de Polder Korteland buitendijks, strekkende uit de diepte van den IJssel zuid op tot Arij Teeuwe en anderen, belend oost de Erve Verschoor en west den Eigen van de Polder Korteland ". Al verandert veel in de loop der jaren, dit geldt niet voor de begrijpelijkheid van notariële aktes! Het is niet duidelijk wanneer Maarten zijn werf is begonnen.

In ieder geval zijn er wel bewijzen dat Maarten in 1815 een zogenaamde damlooperschuit, genaamd "de vrouw Catharina" heeft verkocht aan ene Klaas Dekker.

Laatst bijgewerkt: April 2004